Skip to main content

Eind vorig jaar trad een nieuwe regeling voor het regulariseren van studiejaren in werking. Zowel werknemers, zelfstandigen als ambtenaren kunnen hun studiejaren regulariseren. Voor elk statuut gelden evenwel verschillende voorwaarden.

Tot 30 november 2020 is er voor alle stelsels een overgangsperiode. De modaliteiten van deze overgangsperiode lijsten we graag voor u op.

Werknemers en zelfstandigen kunnen studieperioden vanaf 1 januari van het jaar van de 20e verjaardag laten regulariseren. Dit kan via een bijdrage van € 1.500 per studiejaar. Voor de ambtenaren wordt deze overgangsperiode opgesplitst. Tot 30 november 2019 kunnen dezelfde studieperioden als die van werknemers en zelfstandigen geregulariseerd worden, maar dan met een bijdrage van € 1.275. Van 30 november 2019 tot 30 november 2020 zullen ook de ambtenaren een bijdrage van € 1.500 per studiejaar moeten betalen.

De kostprijs van het regulariseren van studiejaren is dus duidelijk voor wat betreft de overgangsperiode. Maar wat brengt de regularisatie nu op?

Per geregulariseerd studiejaar zullen zelfstandigen en werknemers een verhoging van het brutojaarpensioen van € 266,66 (alleenstaandenpensioen) tot € 333,33 (gezinspensioen) verkrijgen. Concreet komt dit neer op een terugverdientijd van 4 à 5 jaar.

Maar u dient evenwel op te letten!
Indien u aanspraak maakt op het minimumpensioen is het mogelijk dat u geen verhoging van uw pensioen zal bekomen door uw studiejaren te regulariseren. Dit is het geval indien het pensioen dat u zou krijgen onder het minimumpensioen valt, en u zelfs met de verhoging door de regularisatie van studiejaren nog steeds onder het minimumpensioen zou vallen. In dit geval is het regulariseren van studiejaren enkel een kost waar geen extra opbrengsten aan verbonden zijn, u blijft immers het minimumpensioen behouden. Voor de ambtenaren zal een geregulariseerd studiejaar ervoor zorgen dat de pensioenbreuk proportioneel verhoogd zal worden met 1 jaar.

Ook dient u aandacht te besteden aan de fiscale gevarenzone: door een verhoging van uw brutopensioen zou u in een hogere schijf van de personenbelasting kunnen terechtkomen waardoor u netto slechts weinig zou overhouden van uw geregulariseerde studiejaren. Deze fiscale gevarenzone vormt echter enkel een risico voor alleenstaanden die een pensioeninkomen tussen € 15.568 en € 16.689 verkrijgen.

De federale pensioendienst is bezig met het opmaken van een simulatietool. Die zou in de loop van april toegankelijk worden. In tussentijd kunt u echter reeds een simulatie maken op de website van het ABVV.